Ze tuimelen
Ze buitelen
Ze rollen
Ze bollen
Die kleine idolen
Ontstaan in de holte
Van de handen
Tonen ze zich schaamteloos
Erotisch
In al hun bolte
En even moet ik denken
Aan verre zusters
uit Willendorf, Gespugi
Maar de beeldjes van Kristina
Zijn geen dikbuikige
Vruchtbaarheidsgodinnen
Geen ode aan het leven
Maar aan de vreugde van het leven
Eén en al armen en benen
Tuimelen ze
Buitelen ze
Rollen ze
Bollen ze
—
Jan Hemerijckx 02/2002 |