Geschiedenis

Onder druk van het toenmalige liberale stadsbestuur waren de begijnen in 1874 verplicht om het Elisabeth-begijnhof aan de Burgstraat te Gent te verlaten. Zij hadden in de hertog van Arenberg een mecenas gevonden die in nauwelijks een jaar tijd een volledig nieuw begijnhof liet bouwen in Sint-Amandsberg. Het hele complex, bestaande uit 80 huizen en 14 conventen, een kerk, kapel, groothuis, infirmerie, twee poortgebouwen en een pastorie is het resultaat van de nauwe samenwerking tussen ingenieurarchitect Arthur Verhaegen en diens voorganger en leermeester Jean-Baptiste Bethune, de voorman van de neogotiek in België. Bethune stond in voor het ontwerp van de kerk en het meubilair. Ondanks de ogenschijnlijke gelijkvormigheid van de neogotische architectuur vertonen tal van architectuuronderdelen van huizen en conventen onderlinge verschillen. De Engelse tuinwijken hebben de ontwerper hierbij duidelijk beïnvloed.

Het volledige begijnhof is ommuurd. De gebouwen zijn rond verschillende pleinen geschaard.

De centraal ingeplante kerk troont hoog en slank boven de huizen uit. Bethune werkte voor de interieuraankleding van de kerk samen met verschillende leden van de kunstenaarskolonie van Maaltebrugge waaronder de gebroeders Leopold en Leonard Blanchaert voor het beeldhouwwerk, en Adriaan Bressers voor de muurschilderingen. De glasramen komen tot stand in het Gentse glazeniersatelier van Arthur Verhaegen tussen 1878 en 1884 en in het Luikse glazeniersatelier van Joseph Osterrath tussen 1882 en 1883. Boven het hoofdaltaar prijkt een glasraam dat tussen 1878 en 1882 (?) tot stand kwam ter nagedachtenis van de familie van Arenberg. De glasramen boven de zijaltaren worden gerealiseerd tussen 1878 en 1882. Het monumentale glasraam boven het doksaal dateert van 1883. De twee glasramen uit de westgevel zijn te dateren in 1883-1884. De zestien glasramen van de zijbeuken worden geleverd in 1884 en zijn allemaal afkomstig uit het atelier van Verhaegen. De zestien grisailleramen uit de lichtbeuk van het schip worden geleverd door glazenier Osterrath in 1883.

Samen met het neogotisch meubilair, waaronder de preekstoel en biechtstoelen, het Stevensorgel en tal van beelden vormt het interieur van de begijnhofkerk, zowel stilistisch als vormelijk, één geheel met de rest van het begijnhof.
De huizen in het begijnhof worden bewoond door een divers publiek terwijl in de meeste conventen socio-culturele verenigingen zijn gehuisvest.

Sinds 21 april 1994 is het Groot begijnhof van Sint-Elisabeth te Sint-Amandsberg beschermd als monument waarmee de erkenning officieel is geworden. Het begijnhof is in 1998 opgenomen op de UNESCO-lijst van het Werelderfgoed.
Het begijnhof vormt een oase waar de mens tot rust en bezinning komt. Toch spreekt de bedrijvigheid van de zeer recent verstilde begijnenbeweging nog uit menig poortje, een beeld, de koeien in de weide achter de kerk, enz.
De vzw Begijnhof Sinte-Elisabeth te Sint-Amandsberg is sinds 1925 eigenaar van dit begijnhof en staat in voor het beheer ervan. Sinds het overlijden van de laatste grootjuffrouw Josepha Goethals op 20 januari 2003 bestaat de raad van bestuur enkel nog uit leken en paters dominicanen. De komende jaren zullen heel wat restauratiewerken worden uitgevoerd. Midden 2004 is begonnen met de restauratie van twee conventen die uitgeven op het centrale plein voor het groothuis. Jaarlijks zal eveneens een aantal daken worden gerestaureerd. Dankzij deelname aan verschillende manifestaties waaronder Erfgoeddag, Tuinenpad (Stad Gent), Open Monumentendag, en het organiseren van tentoonstellingen (tweejaarlijkse glastentoonstelling Diafaan) en concerten wordt gepoogd om niet alleen het begijnhof maar ook de kerk te ontsluiten voor een breder publiek.

Aletta Rambaut
Lid raad van bestuur vzw Begijnhof Sinte-Elisabeth te Sint-Amandsberg